Vliegseizoen Libellen breekt aan

Mei 2017 - De eerste libellen hebben zich de afgelopen dagen laten zien. Libellen zijn gebonden aan zoet water; dus vennen, plassen, moerassen, beken en rivieren zijn de ideale gebieden om ze aan te treffen. En heb je een vijver in je tuin, dan vertoeven ze daar ook graag. Bang zijn dat ze steken hoeft niet, ze hebben namelijk geen angel en hun kaken zijn niet krachtig genoeg om door mensenhuid te bijten. De vliegperiode van de libel is van mei tot oktober.

Libel

Onderscheid libellen en juffers

Libellen zijn onder te verdelen in twee groepen, namelijk de juffers en de ‘echte’ libellen. De ‘echte’ libellen worden ook wel gewoon de libellen genoemd. Juffers en libellen zijn goed te onderscheiden, zo zijn libellen over het algemeen robuuster, breder en groter dan juffers. In rust zijn de vleugels van een libel ook uitgespreid en is duidelijk te zien dat de achtervleugels breder zijn dan de voorvleugels. Bij de juffers zijn alle vleugels even groot en worden ze bij rust langs het bovenlijf samengeklapt.  Als laatste zitten de ogen bij libellen boven op de kop en bij de juffers aan de zijkant.

Levenscyclus

De totale levenscyclus van een libel kan variëren van enkele maanden tot meerdere jaren. Libellen ondergaan tijdens deze cyclus een onvolledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat een libellenlarve diverse vervellingen ondergaat, waarbij het steeds meer op een volwassen libel gaat lijken. De levenscyclus begint bij een eitje. Een volwassen libel (imago) kan enkele honderden tot duizenden eitjes afzetten. Dit doen ze onder andere in het water, sediment, oever of op oever- waterplanten. Sommige eitjes hebben een beschermlaag tegen uitdroging of een kleverig laagje, waardoor ze blijven plakken aan zand of stenen.

Kannibalisme

Afhankelijk van het soort, seizoen en de temperatuur komt na enkele weken of maanden een larve uit het eitje. Het larvenstadium is het langste stadium van de levenscyclus, het varieert van enkele maanden tot vijf jaar! De libellenlarven hebben het niet gemakkelijk, kannibalisme komt veel voor en ze staan op het menu van vissen, amfibieën, vogels, kevers en wantsen. De libellenlarven zelf eten kleine waterdiertjes zoals watervlooien en visjes. Een libellenlarve vervelt tussen de negen en zeventien keer, waarna het steeds meer op een imago begint te lijken. Net voor de laatste vervelling klimt de larve uit het water om uit te sluipen tot een imago. De meeste soorten overwinteren als larve, er zijn echter twee soorten die als imago overwinteren, namelijk de bruine- en de noordse witsnuitlibel.

Imago

Het laatste stadium van zijn levenscyclus is de libelle volwassen en wordt imago genoemd. Dit stadium duurt van enkele weken bij juffers tot twee maanden bij de ‘echte’ libellen. De bruine- en noordse witsnuitlibellen kunnen tot acht maanden oud worden omdat ze als imago overwinteren. Gedurende deze laatste fase zullen de libellen moeten jagen, zich voortplanten en nieuwe gebieden koloniseren.

Groot verschil

Zoals eerder genoemd verschilt de duur van de levenscyclus dus per libelsoort. Het lantaarntje kan bijvoorbeeld een levenscyclus tussen de lente en zomer afronden, waarna hetzelfde jaar een tweede generatie lantaarntjes optreedt. De larve van de gewone bronlibel daarentegen overwintert twee keer bij gunstige omstandigheden tot wel vijf keer bij ongunstige omstandigheden voordat het uitsluipt tot een imago.

Libellen als graadmeters

In de natuur eten libellen andere insecten zoals muggen, vliegen en motten en staan ze zelf op het menu van vogels, vissen, kikkers, salamanders, hagedissen, wespen, andere libellen en spinnen. Boomvalken en kwikstaarten zijn zelfs gespecialiseerd in het vangen van libellen. Afgezien van het feit dat libellen een belangrijke schakel zijn in de voedselpiramide, zijn ze ook interessante graadmeters voor de kwaliteit van natte natuurgebieden. Het voorkomen van veel verschillende libellensoorten duidt op veel variatie in water- en oevervegetatie, een goede waterkwaliteit en goed beheer. Ieder libellensoort heeft weer andere eisen. Zo heeft de bosbeekjuffer een voorkeur voor stromende en natuurlijk ogende beken met veel schaduw. Veel schaduw betekent meestal dat er bomen naast de beek staan en door een snelstromende beek ontstaat er oevererosie. Hierdoor komen boomwortels bloot te liggen en laat dit nou de ideale omgeving zijn voor de larven van de bosbeekjuffer. Veel libellen hebben specifieke eisen aan hun leefgebied. Wanneer er ergens veel verschillende libellen voorkomen, betekent dat dus dat het gebied rijk is aan biodiversiteit.