
Tuintrek is begonnen
De ‘tuintrek’ is begonnen en dat heeft de sperwer ook opgemerkt. In het bos wordt het stiller en in de dorps- en stadstuintjes steeds drukker. Dat betekent dat het werkterrein wordt verlegd. Af en toe breekt er paniek uit onder ons tuinvogelvolk. Omdat ik al mijn voederapparaten al heb gevuld is het in onze tuin al extra druk. Een grote bonte spechtenman sloopt in hoog tempo de vetbollen, de goudvink schittert sinds kort weer door aanwezigheid en in het struikgewas krioelt het van de ringmussen en mezen. Een turkse tortel is zich ook een ongeluk geschrokken getuige een poederafdruk van zijn verenkleed op ons kamerraam, veroorzaakt door paniekerige bijziendheid?
De merels tsingen weer
Van de ene op de andere dag is het weer te horen, het typische merelgeluid van de herfst- en winteravonden. De mannetjes beginnen, als het gaat schemeren, een specifiek geluid te maken dat op ons overkomt als schelden. Vooral op koude, windstille avonden is het ‘ge-tsing’ niet van de lucht. Het lijkt op het afbakenen van een territorium ’s Morgens vroeg in de ochtendschemering gedragen ze zich heel anders. Zowel mannetjes- als vrouwtjesmerels kom ik dan vaak tegen op straat terwijl ze min of meer in trance lijken te zijn. Als verstijfd zitten ze op de straat en vliegen pas weg als je er bijna overheen rijdt. Waarom ze dat doen? Ik weet het niet.