Over de Roodborst
Kleine, ronde vogel met oranje rode borst, keel en voorhoofd. Grote kop met grote, donkere ogen. Het verenkleed is olijfbruin boven, wit op buik en onderstaart. Jonge vogels zijn bruin boven, beige onder en licht gespikkeld. Door hun vrij lange poten en het vaak wat mollig ogend geheel, zien ze er schattig uit. Dit terwijl vooral mannelijke roodborstjes echt geen brave beestjes zijn, maar zeer agressief kunnen zijn naar zijn soortgenoten toe tijdens het broedseizoen, maar ook in de wintermaanden.
De roodborst is in veel tuinen te vinden. Vooral in de winter maken ze veelvuldig gebruik van het voedselaanbod in tuinen. Roodborsten hebben een heel uitgebreid menu. Ze eten meelwormen, brood, vlees, aardappelen en eten ook pinda’s, pindacakes en zonnebloempitten van voederapparaten of tafels. Jonge vogels hebben een geheel gevlekt verenkleed, zonder oranje. De roodborstpopulatie in Nederland vertoont sinds 1970 een licht stijgende trend. Waarschijnlijk liggen bosaanplant en verstedelijking (meer tuinen) hieraan ten grondslag. Roodborsten worden vooral op de zandgronden aangetroffen. Nederlandse roodborsten zijn deels standvogel, deels trekvogel. Scandinavische roodborsten trekken door ons land en overwinteren deels in ons land terwijl Nederlandse roodborsten deels wegtrekken naar Frankrijk en Spanje.
Fotogalerij
Specificaties
| Wetenschappelijke naam |
Erithacus Rubecula
|
|---|---|
| Familie |
Muscicapidae
|
| Habitat |
We vinden deze wijdverspreide vogel op begraafplaatsen, tuinen en parken met oude bomen. In sommige oeverbossen bereiken ze zelfs vestigingsdichtheden tot 20 paren per 10 ha. Samen met de vink behoren ze dus tot de meest algemene vogels in onze bossen. Het roodborstje is een zogenaamde "gedeeltelijke migrant": een deel van de vogels besluit om de winter door te brengen in warmere oorden. De rest blijft het hele jaar door in Nederland.
|
| Voedsel |
Voedsel bestaat uit wormen, slakken, spinnen, insecten, hun larven en poppen, maar ook bessen en vruchten. Op voederplaatsen eten ze graag havervlokken en vet voedsel.
|
| Hoogte |
12,5 - 14cm
|
| Gewicht |
15 - 18g
|
| Levensduur |
1 - 10 jaar
|
| Broedtijd |
april-juli
|
| Nest |
Hun nesten zitten meestal op de grond of laag boven de grond, maar ze zijn ook te vinden in muurspleten, in houtstapels, brievenbussen, bij de ingang van huizen, in klimplanten, in schuurtjes en tuinhuisjes, zelfs op boekenplanken in onze flats of in bloempotten op terrassen en balkons. Als je halfholen nestkastjes voor ze ophangt, worden deze ook vaak bewoond. Deze moeten 1 tot 1,5 meter boven de grond worden geplaatst, verstopt tussen planten.
|
| Geluid |
Het roodborstje roept hard en kort: 'tik' in herhalende reeks. De alarmroep is een heel fijn geluid: 'zie'. Met melodieuze klanken klinkt het lied van het roodborstje elke dag bij zonsopgang en zonsondergang.
|
| Kenmerken |
De oranjerode keel en borst en de grote, donkere ogen.
|
| Jongen |
2 legsels
|











