Over de Pestvogel
Het verenkleed is lichtbruin van kleur. Hij heeft een grote kuif, een smal zwart oogmasker en een zwarte keelvlek.
De donker gekleurde vleugels zijn wit en geel getekend met opvallend rode vleugelpuntjes. Op de flanken bevindt zich een lichte streep. Het uiteinde van de staart is geel.
Fotogalerij
Specificaties
| Wetenschappelijke naam |
Bombycilla garrulus
|
|---|---|
| Familie |
Bombycillidae
|
| Habitat |
In naald- en berkenbossen van Noord-Europa. In Nederland komt de vogel zo af en toe 's winters voor. Het is een invasiegast die soms in grote aantallen in Nederland overwintert. Tijdens een invasie zijn ze te zien in steden en dorpen, vaak in de omgeving van bessendragende struiken zoals de meidoorn. 's Zomers leven pestvogels in het noorden van Scandinavië en in Siberië
|
| Voedsel |
In de zomer eet de pestvogel insecten, vooral muggen, en noten. In de winter schakelen ze over op fruit en bessen, zoals lijsterbes, meidoorn en mispel. Ze komen ook wel eens op voedertafels stukjes appel pikken.
|
| Hoogte |
18cm
|
| Gewicht |
55g
|
| Levensduur |
1 - 13 jaar
|
| Broedtijd |
Juni-Juli
|
| Nest |
Pestvogels bouwen hun nesten in berken- of naaldbomen. Het wordt dicht tegen de stam gebouwd en gevlochten van fijne grassen en twijgen.
|
| Geluid |
Het klinkt als een zacht hoog trillend gefluit.
|
| Kenmerken |
Deze zangvogel is een opvallende verschijning met zijn puntige kuif en zwarte oogmasker.
Het is een invasievogel, die in sommige jaren in een vrij groot aantal als wintergast verschijnt, terwijl hij in andere jaren niet of nauwelijks voorkomt.
|
| Jongen |
Het legsel bestaat uit 5-6 lichtblauwe, fijn gespikkelde eieren. Het vrouwtje broedt deze in twee weken uit. Beide ouders verzorgen de jongen met voer. Op een leeftijd van minimaal twee weken vliegen de jongen uit.
|




