Over de Groene Specht
De groene specht (Picus Viridis) is olijfgroen van boven en licht grijsgroen van onder, hij is zwart in zijn gezicht en het mannetje heeft een rode wangvlek.
Hij is opvallend rood gekleurd boven op de kop en in de nek. De borst en de oorstreek is geel, de kin en de keel zijn witachtig. De vleugelveren zijn bruinzwart, gelig of bruinwit gevlekt, de stuurveren zijn groengrijs met een zwarte band. Hij heeft blauwwitte ogen en een beitelformige snavel. Zijn krachtige poten zijn loodgrijs.
Fotogalerij
Specificaties
| Wetenschappelijke naam |
Picus Viridis
|
|---|---|
| Familie |
Picidae
|
| Habitat |
Het verspreidingsgebied is Europa en Azië en is dan te vinden op zandgrond en in de duinen, maar ook in halfopen bossige streken in cultuurgebieden.
|
| Voedsel |
Hij zoekt zijn voedsel dat hoofdzakelijk uit wormen en insecten bestaat meer op de grond. Hij is dol op rode mieren die hij met zijn lange kleverige tong uit het mierennest haalt. Bovendien eet hij ook bessen.
|
| Hoogte |
30-36cm
|
| Gewicht |
180-220g
|
| Levensduur |
1 - 15 jaar
|
| Broedtijd |
April-Mei
|
| Nest |
Als broedplaats verkiest de soort meestal een zelfgehakt hol in een oude loofboom. Een gat hakken met zijn snavel gebeurt met stevige slagen.
|
| Geluid |
Deze specht roffelt maar weinig, maar heeft een luide lach.
|
| Kenmerken |
Hij beweegt zich gemakkelijker op de grond voort dan de meeste spechten en timmert minder op bomen. De groene specht leeft vooral in gebieden waar boomaanplant -meest loofhout- afwisselt met open stukken. 's Winters dwaalt hij veel rond en is dan ook in tuinen waar te nemen.
|
| Jongen |
6 tot 8 witte eieren. Na een broedtijd van ca. 19 dagen komen de jongen uit, deze blijven nog drie tot vier weken op het nest voordat ze gaan uitvliegen.
|



