Zwarte roodstaart

Zwarte Roodstaart

Behalve zijn staart is de zwarte roodstaart (Phoenicurus Ochruros) vrij onopvallend gekleurd. Zijn staart is mooi roestrood. De rest van de vogel is vrijwel zwart. Enige uitzondering is een lichtere buik en een bij sommige vogels lichtere plek in de vleugels. De vrouwtjes zijn iets bruin grijzer gekleurd.

Grootte

De lengte van de zwarte roodstaart is 14,5 cm. Zijn spanwijdte bedraagt 23 tot 26 cm.

Habitat

In Midden en West-Europa komt hij veel voor in dorpen een steden. Ook broedt hij in berg- en heuvelgebieden op rotshellingen en kliffen tot 3000 m

Nest

Nestelt in holen en rotsnissen in de bewoonde wereld ook in gebouwen.

Jongen

2 à 3 broedsels met per legsel 4 tot 6 witte eieren. Vrouwtje bebroedt de eieren gedurende 13 tot 17 dagen. Vliegen 12 tot 19 dagen na uitkomen uit.

Voedsel

De zwarte roodstaart eet insecten, spinnen en andere kleine beestjes. In het najaar eet hij ook wel eens bessen.

Klank

Zijn roep klinkt als 'fiest' gevolgd door 'tek tek'. In bewoonde gebieden zingt het mannetje vaak vanaf gebouwen. De zang begint met enkele fluittonen 'ielieliel', gevolgd door een geluid dat lijkt op tegen elkaar knarsende kiezelstenen. Het eindigt met 'sruu-swie-swie'.

Karakteristieke kenmerken

De zwarte roodstaart is een van de twee soorten roodstaarten die we in onze tuin kunnen aantreffen. De zwarte roodstaart zit net als de gekraagde roodstaart graag op paaltjes of op draadjes van hekken. Opvallend is zijn altijd trillende of wippende staart, vooral als de vogel net geland is. De zwarte roodstaart komt vooral voor op industrieterreinen of rondom grotere gebouwen. Hier broedt hij graag in nissen of in open gebouwen zoals stations. Vooral tuinen die bij zulke terreinen liggen, zoals bedrijfswoningen, kunnen wel eens op bezoek van de zwarte roodstaart rekenen.