Staartmees
Het lichaam van de staartmees (Aegithalos caudatus) is veel kleiner dan dat van de koolmees. Hij heeft een korte snavel, een zwart en roze bovenzijde, een vuilwitte onderzijde met rozeachtige tint op de onderstaartdekveren. De staartmees heeft een klein lichaam met een extreem lange trapvormige staart. Het juveniel heeft een chocoladebruine zijkop en in het najaar heeft hij de verschijning van een adult.
Bekijk al onze staartmees producten
Grootte
Met zijn 14 cm groter dan de staartmees. Zijn spanwijdte bedraagt 16 tot 19 cm.
Gewicht
7 tot 9 gram
Habitat
De staartmees is wijd verspreid en broedt in loofbossen en gemengde bossen met voldoende ondergroei van struiken. Ook in tuinen en parken.
Nest
Het nest is een kunstig, ovale bouwsel met zij-ingang, gemaakt van mos, korstmos en spinrag, meestal in een hoge struik of in takvork.
Jongen
De staartmees broedt in april-juni met 1 à 2 broedsels. Per legsel 8 tot 12 roodgestippelde, witte eieren
Voedsel
De staartmees eet insecten, spinnen en knoppen.
Klank
De staartmees roept hoog, enkelvoudig 'sie-sie-sie', meestal gevolgd door een snorrend 'tserr', wat men vaak in groepjes kan horen. De zang van de staartmees is een zachte triller die zelden te horen is.
Karakteristieke kenmerken
Staartmezen zijn zeer sociale dieren. Buiten het broedseizoen leven vogels in kleine groepen van ongeveer 20 exemplaren. Dwarrelend door twijgen en bomen roepen ze voortdurend naar elkaar. Blijft een lid van de groep ergens hangen, dan wordt er gewacht tot de achterblijver weer bij is. Bij ringonderzoeken is opgevallen dat als één lid van de groep gevangen wordt, de rest van de groep wacht tot hij weer losgelaten wordt. Dan pas vervolgen zij hun tocht.