Ekster
De ekster (Pica pica) is een intelligente vogel met een opvallend zwart-wit verenkleed en een lange staart. Ze hebben een bont palet aan metallic-kleuren op hun veren, waaronder een schitterende paars-groene gloed. Eksters leven in 'jeugdbendes' tot hun derde levensjaar, waar ze ervaring opdoen die ze nodig hebben om later jongen groot te brengen. Ze eten een gevarieerd dieet, bestaande uit emelten, kevers, regenwormen en menselijk afval zoals patat en brood. Tijdens het broedseizoen voeden ze zich ook met eieren van andere vogels en soms ook met jonge vogels.
De reputatie van eksters om glimmende voorwerpen zoals sieraden en zilveren theelepeltjes te 'stelen' en naar hun nest te brengen, komt voort uit hun nieuwsgierigheid.
Grootte
Kleiner dan de zwarte kraai al kan hij 46 cm groot worden. Zijn spanwijdte bedraagt 52 tot 60 cm.
Gewicht
200-250 gram
Habitat
De ekster is in zeer groot aantal en is wijd verspreid in cultuurlandschappen. Er wordt gebroed in bosschages, lanen, hoge hagen en in vrijstaande bomen. In de laatste decennia wordt de ekster ook in dorpen, voorsteden en tuinen gesignaleerd.
Nest
Er wordt een groot rond takkennest gemaakt met een zij-ingang in bomen en hoge struiken.
Jongen
De ekster broedt in april-juni met 1 of 2 legsels. Per broedsel legt de ekster 5 tot 7 gestippelde, groenachtige eieren.
Voedsel
De ekster eet in de zomer wormen, slakken, insecten, eieren, jonge vogels, muizen en kikkers. In de winter eet hij vooral zaden en vruchten. In alle jaargetijden wordt ook afval een aas gegeten.
Klank
Meestal hoort men een hees kakelende, snelle staccato-roep 'tsjek tsjek tsjek tsjek' of 'kek kek kek kek'. Ook wordt een enkelvoudige 'tsjie-oek' en 'kiejak' gehoord.
Karakteristieke kenmerken
De ekster is een prachtige doch beruchte vogel. Hij is lang niet bij iedereen geliefd omdat hij bij zangvogels in het voorjaar de nesten opspoort en berooft. Sperwers daarentegen leven uitsluitend van andere vogels en zijn veel minder berucht. Zelfs van mezen en roodborstjes is het bekend dat ze soms hun rivalen doden.
Heel wat incidentele waarnemingen bewijzen dat eksters volwassen vogels vangen zoals vinkachtigen, mussen, merels, zanglijsters en spreeuwen. Onderzoek naar het menu van de eksters, door middel van bijvoorbeeld maaganalyses en het pluizen van braakballen, wijst uit dat ze zich toch overwegend met insecten voeden.
Op het menu van de volwassen vogels staan ook slakken, muizen, granen en zaden. Nabij snelwegen wordt veel aas gegeten. Ook in het broedseizoen eten volwassen eksters overwegend insecten. De nestjongen worden eveneens hoofdzakelijk met dierlijke prooien gevoerd, doch hiervan bestaat ook meer dan 75% uit insecten. Dat verandert alleen als er meer vlees voorradig is, zoals bijvoorbeeld konijnen die langs de snelweg zijn overreden.