Schatgraven: zangklokwandeling aanbevolen
Een bericht van Nico de Haan
Bent u al een paar keer vroeg opgestaan dit voorjaar? Met vroeg bedoel ik dan ècht vroeg, een uur vóór zonsopgang? Dat betekent dat u zo rond een uur of zes als buiten staat. De eerste merels en roodborstjes zingen dan al en gedurende een paar uur voegt zich dan steeds weer een nieuwe zanger bij het koor.
Kies een ochtend met windstilte en een perfecte zonsopgang! Keurig op volgorde hoort u misschien dan wel we de koolmees, pimpelmees, tjiftjaf, fitis, winterkoning, heggenmus, alle lijsters en nog vele andere. Een echte aanrader dus. Het is een beetje schatgraven, zo’n zangklokwandeling. Iedereen slaapt terwijl u de mooiste uurtjes van de dag plukt. Zet morgen de wekker dus op zes uur. O ja, u kunt dan ter voorbereiding de dag ervoor nog een uurtje gaan ‘bankvogelen’ en thuis met QR codes gaan oefenen. U leest en beleeft het allemaal in mijn gloednieuwe Virtuoze Vogelzanggids die vanaf 4 april in de winkel ligt!
Veldleeuwerik gaat uit zijn dak
Ik ben in de polder Arkemheen. Er staat een heerlijk zacht windje, waardoor de veldleeuweriken al zingend en tierelierend, als vanzelf naar boven worden gedragen. Luisteren naar veldleeuweriken is, naar mijn idee, een van de beste vormen van meditatie, vooral als je daarbij op je rug gaat liggen met je ogen dicht. Klok dan gelijk even hoe lang uw leeuwerik ‘boven blijft’. Mijn record staat op ruim acht en een halve minuut en als u daar bovenuit komt horen wij dat graag!
Oranje gloeilampjes op de hei
Als u een wandeling wilt gaan maken ga dan dezer dagen eens de hei op! Op de heide zijn ook de veldleeuweriken te horen maar ook de roodborsttapuiten trekken nu de aandacht. Roodborsttapuiten hebben de plezierige eigenschap dat ze zo opvallend mogelijk in toppen van kleine boompjes gaan zitten, waardoor je ze goed kunt bekijken. De mannetjes met hun gitzwarte kop en oranje borst fungeren als een soort oranje gloeilampjes op de heide. Als je erop let zie je ze van grote afstand. Dat geldt overigens ook voor de kneumannen met hun karmijnrode borst, waaraan ze de bijnaam ‘robijntje’ te danken hebben.